Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag ter beschikking worden gesteld. Als een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn daarom verzoekt, worden de notulen en het zittingsverslag elektronisch ter beschikking gesteld.
Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur. Als de raad voor maatschappelijk welzijn bij spoedeisendheid is samengeroepen, kan de raad voor maatschappelijk welzijn beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
Telkens als de raad voor maatschappelijk welzijn het wenselijk acht, worden de notulen staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur ondertekend.
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 32 en 74,
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278.
De notulen voor de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 maart 2023 goed te keuren.
In artikel 39 DLB, dat bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt, wordt een bepaling opgenomen die de verplichting tot oprichting van een deontologische commissie inschrijft, alsook de minimale vertegenwoordiging van elke fractie in die deontologische commissie. Deze wijziging werkt ook door naar de raad voor maatschappelijk welzijn, dat een aparte deontologische commissie dient aan te nemen.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn richten elk een eigen deontologische commissie in: één voor de gemeenteraad en één voor de raad voor maatschappelijk welzijn. De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor de OCMW-raadsleden, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad is identiek aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn. Toch gaat het om twee afzonderlijke commissies.
De deontologische code regelt de wijze waarop de deontologische commissie samenkomt om te vergaderen, alsook de bevoegdheid van deze commissie. Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code heeft afgerond, brengt ze de gemeenteraad op de hoogte van dat onderzoek en van haar advies of uitspraak.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 78, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad
Decreet Lokaal Bestuur, art. 74 en 39, betreffende het aannemen van een deontologische code en de oprichting van een deontologische commissie
Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019, betreffende de deontologisch code voor mandatarissen
Webpagina: Deontologische commissie [ in Vlaamse lokale besturen ]
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de deontologische code met de toevoeging van de deontologische commissie goed.
Deze code vervangt de oude code en treedt in werking vanaf de bekendmaking ervan.