Alle besluiten van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de desbetreffende raad.
Art. 332,§1 derde lid van het Decreet Lokaal Bestuur.
Kennis te nemen van het besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening 2021.
De opvolgingsrapportering, vermeld in artikel 263 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bevat minstens al de volgende elementen:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan (beleidsevaluatie en schema J1);
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (schema T2) ;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan (dit rapport is niet gewijzigd ten opzichte van het rapport voorzien bij aanpassing meerjarenplan GR / OCMW-raad 27 juni 2022);
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's (dit rapport is niet gewijzigd ten opzichte van het rapport voorzien bij aanpassing meerjarenplan GR / OCMW-raad 27 juni 2022);.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 263.
Besluit Vlaamse Regering van 30/03/2018 over de beleids- en beheerscyclus (BVR BBC), artikel 29.
Ministerieel besluit van 26/06/2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC), artikel 5.
Kennis te nemen van de opvolgingsrapportering met betrekking tot het eerste semester van het boekjaar 2022.
Conform art. 177 Decreet Lokaal Bestuur rapporteert de financieel directeur aan de gemeenteraad omtrent volgende aangelegenheden:
Art. 177 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Kennis te nemen van de rapportering van de financieel directeur.
Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag ter beschikking worden gesteld. Als een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn daarom verzoekt, worden de notulen en het zittingsverslag elektronisch ter beschikking gesteld.
Elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur. Als de raad voor maatschappelijk welzijn bij spoedeisendheid is samengeroepen, kan de raad voor maatschappelijk welzijn beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
Telkens als de raad voor maatschappelijk welzijn het wenselijk acht, worden de notulen staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur ondertekend.
Het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 32 en 74,
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278.
De notulen voor de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 juni 2022 goed te keuren.
In het kader van efficiëntieverhoging en een vlotte doorstroom van processen en procedures, is het verantwoord om de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn met betrekking tot personeelsaangelegenheden (zoals vermeld in art. 78, 2e lid DLB en art. 85, eerste lid DLB) te delegeren naar het vast bureau.
Deze delegatiebeslissing versoepelt de werking van de organisatie, vooral op vlak van wijzigen en up to date houden van reglementen en snelheid in beslissingsprocedures. Op die manier kan het beleid en de administratie sneller schakelen en naar oplossingen zoeken in het constant veranderende landschap van personeelsbeleid.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 78, tweede lid in verband met de bepaling dat de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn met betrekking tot onder meer de rechtspositieregeling, het organogram, de personeelsformatie en de vaststelling van het begrip dagelijks personeelsbeheer geen exclusieve bevoegdheid meer is van de raad en deze gedelegeerd kan worden naar het vast bureau.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 85 in verband met de bepaling van het toevertrouwen van bepaalde bevoegdheden aan de algemeen directeur.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 161 in verband met het organogram.
Het vast bureau wordt bevoegd voor de lokale rechtspositieregeling.
Het vast bureau wordt bevoegd voor het organogram.
Het vast bureau wordt bevoegd voor de personeelsformatie. Dit houdt onder meer in dat het vast bureau bevoegd wordt om te beslissen of de personeelsformatie in dezelfde of gewijzigde vorm behouden blijft.
Het vast bureau wordt bevoegd voor de vaststelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'.
Het vast bureau wordt bevoegd voor reglementen betreffende personeelsaangelegenheden.
Het vast bureau wordt bevoegd voor dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben.
De bovengenoemde delegatie van bevoegdheden gaat vanaf heden in.
Het vast bureau rapporteert jaarlijks over de gedelegeerde bevoegdheden.
Het aanwezigheidsbeleid kadert binnen het bredere welzijnsbeleid van ons lokaal bestuur.
Een werkgroep, bestaande uit verschillende medewerkers uit diverse afdelingen, is samen met IDEWE aan de slag gegaan om een protocol aanwezigheidsbeleid op te stellen. Het doel is de ziekteafwezigheden bespreekbaar te maken en vooral positief te benaderen. We willen een transparant kader creëren omtrent de afwezigheden maar zeker ook proactief en sensibiliserend werken.
Het aanwezigheidsbeleid is besproken en goedgekeurd in het MAT en tijdens het vakbondsoverleg van 30/08/2022.
Na goedkeuring van dit aanwezigheidsbeleid volgt een opleiding voor al onze leidinggevenden en de informatie naar alle personeelsleden.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 56
Besluit van de Vlaamse Regering van 07/12/2007, en latere wijzigingen, houdende de minimale voorwaarde voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
Besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24/07/2014, 21/08/2017 en 25/01/2021 betreffende de goedkeuring van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel.
Wet van 24/12/2020 tot instelling van de arbeidsreglementen.
Welzijnswet van 04/08/1996 en latere wijzigingen.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het protocol aanwezigheidsbeleid goed.
Het aanwezigheidsbeleid wordt opgenomen in het arbeidsreglement en vervangt artikel 30 tot en met artikel 34 onder punt 10 'ziekte'.
Het aanwezigheidsbeleid wordt opgenomen in de Rechtspositieregeling en vervangt artikel 241 tot en met 246 onder hoofdstuk V. Het ziekteverlof.