Het ministerieel besluit van 10 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, legde in artikel 4 de verplichting van het dragen van mondmaskers op in vooraf gedefinieerde locaties. Lokale overheden konden echter zelf bepaalde regels invoeren naast het MB. In het toen geldende MB legde de federale overheid de verplichting op om een mondmasker te dragen in winkels, bibliotheken, musea, ... maar niet in overheidsgebouwen. Als lokaal bestuur wilden we echter een voorbeeldrol opnemen en een duidelijk signaal geven aan de bevolking. Daarom besloot de burgemeester, die bevoegd is voor openbare orde, om het dragen van een mondmasker te verplichten in gemeentelijke en OCMW gebouwen.
In de periode die hierop volgde, veranderde het ministerieel besluit naargelang ook de pandemietoestand in ons land evolueerde en werd de mondmaskerplicht gemeengoed tijdens de bezwering van de coronacrisis. Sinds 1 oktober 2021 is de verplichting om een mondmasker te dragen in publieke gebouwen niet meer opgenomen in het MB. Ons lokaal bestuur wenst deze federale maatregelen te volgen en deze niet strikter toe te passen dan de federale overheid oplegt. Daarom wordt er ook gevraagd om het besluit van 22 juli 2020 over de mondmaskerplicht in onze gebouwen in te trekken.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten
De burgemeester trekt het burgemeestersbesluit van 22 juli 2020 tot het dragen van mondmaskers in gemeentelijke gebouwen om het coronavirus COVID-19 te beperken, met onmiddellijke ingang in.