Voor het eind van de maand juni van het volgende jaar dient de rekening van het voorgaande jaar opgemaakt en aan de gemeenteraad voorgelegd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, provincies en openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, art. 41, 3° waarin de gemeenteraad de bevoegdheid toegewezen krijgt tot het vaststellen van de beleidsrapporten.
De uitslag van de jaarrekening 2019 op financieel vlak als volgt vast te stellen:
| JAARREKENING 2019 | |
| I. Exploitatiebudget | 1.840.487 |
| A. Uitgaven | 13.011.708 |
| B. Ontvangsten | 14.852.195 |
| II. Investeringsbudget | -4.375.166 |
| A. Uitgaven | 5.668.529 |
| B. Ontvangsten | 1.293.363 |
| III. Andere | -616.718 |
| A. UItgaven | 661.711 |
| B. Ontvangsten | 44.993 |
| IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I + II + III) | -3.151.397 |
| V. Gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar | 7.752.067 |
| VI. Gecumuleerd budgettaire resultaat (IV + V) | 4.600.670 |
| VII. Bestemde gelden |
2.779.503 |
| VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII) | 1.821.167 |
Dit besluit samen met een exemplaar van de rekening en haar bijlagen over te maken aan de provinciegouverneur.