Het Agentschap Binnenlands Bestuurde formuleerde een opmerking op het belastingreglement voor sluikstorten (zie bijlage). Gezien de gemeente beschikt over de mogelijkheid om bestuurlijk of strafrechterlijk op te treden, kan de gemeente de vergoeding voor het opruimen van sluikstort niet als afschrikmiddel of als extra sanctie hanteren. Een vergoeding voor het opruimen van sluikstort die niet louter kostendekkend is, is niet aanvaardbaar. Het is uitgesloten dat een forfaitaire kost is inbegrepen in de definiëring van de opruimkosten. Verschillende sanctioneringsmogelijkheden kunnen naast elkaar bestaan, de cumulatieve toepassing van deze sancties voor dezelfde feiten ten aanzien van eenzelfde persoon kan echter niet.
De gemeente wordt regelmatig geconfronteerd met sluikstorten. Er zijn kosten verbonden aan het verwijderen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente. Volgens het principe 'de vervuiler betaalt' kan de gemeente haar opruimingskosten verhalen op de sluikstorter. De vergoeding voor het opruimen van het sluikstort kan echter louter kostendekkend zijn. Het hanteren van een minimumbelasting en/of een forfaitaire administratieve kost is dus niet mogelijk. Bijgevolg worden §2 en §3 van artikel 3 van het huidig belastingreglement geschrapt.
De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
Goedkeuring te geven aan het in bijlage gevoegde belastingreglement op sluikstorten.