Net zoals de voorgaande jaren wordt de belasting op rendez-voushuizen vastgesteld op 1.700 euro per plaats. De belasting wordt berekend per afzonderlijke vestiging en is verschuldigd door de exploitant van het rendez-voushuis. Indien de de identiteit van de exloitant niet vastgesteld kan worden, is het aangewezen om de eigenaar of huurder te belasten, aangezien deze aansprakelijk kan worden geacht voor het gebruik van het pand. De eigenaar wordt niet aansprakelijk gesteld voor deze belasting als bewezen is dat de exploitatie als rendez-voushuis tegen zijn wil en buiten zijn weten om gebeurt en hij ondubbelzinnig laat blijken het pand niet te willen aanwenden voor deze activiteit. De intentie van de eigenaar kan o.m. blijken uit een procedure tot verbreking van het huurcontract, die volgt op een vaststelling van het gebruik als rendez-voushuis.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 40 §3 waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglement vaststelt, waaronder de gemeentelijke belastingen en retributies.
Decreet Lokaal Bestuur, art. 177 2° dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor het debiteurenbeheer, in het bijzonder de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten.
Het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008.
Belastingreglement op rendez-voushuizen van 24 oktober 2017 dat dient herzien te worden.
De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse belasting geheven op rendez-voushuizen.
Als rendez-voushuis wordt beschouwd: een plaats (kamer, appartement, salon e.d.) die al dan niet tegen vergoeding ter beschikking wordt gesteld voor een intieme ontmoeting tussen personen, zonder dat het de bedoeling is om er, zoals in een erkend hotel, pension, logementhuis of gelijkaardige instelling, te overnachten. Dit kan vastgesteld worden doordat die huizen of inrichtingen ofwel hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen, ofwel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken , uitgevoerd door de politiediensten, blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen. De belasting hierop wordt vastgesteld op : 1.700 euro per plaats. De belasting wordt berekend per afzonderlijke vestiging.
De belasting is verschuldigd door de exploitant van het rendez-voushuis.
Indien de identiteit van de exploitant niet kan worden vastgesteld, worden achtereenvolgens de huurder en de eigenaar van het rendez-voushuis als exploitant beschouwd.
De eigenaar is eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die lastens de exploitant of huurder, waarvan hiervoor sprake, werd ingekohierd. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de eigenaar zal evenwel worden opgeschort indien de vier hiernavolgende voorwaarden gezamenlijk vervuld zijn:
De belasting is onverdeelbaar. Zij is verschuldigd voor het ganse jaar, ongeacht de datum van het in gebruik stellen of stopzetten van de inrichting of de overname van een bestaande instelling. Bij overname in de loop van een bepaald aanslagjaar is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe exploitant en blijft de belasting, gesteld op de exploitant die de inrichting overdraagt, in haar geheel behouden. De eigenaar kan evenwel, per jaar en per uitbatingsplaats, slechts eenmaal hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de belasting, die lastens de exploitant werd ingekohierd.
De belastingplichtigen dienen, uiterlijk op 30 juni van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur aangifte toe doen van de in de loop van het aanslagjaar bestaande inrichtingen zoals bedoeld onder artikel 2.a.
Als de exploitatie start in de loop van het jaar dient de aangifte te gebeuren binnen de veertien dagen na de opening. De aangifteformulieren worden , op verzoek, door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld.
Bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van de elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van 3 jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met bedoeling schade aan te richten.
Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging als volgt worden toegepast en afzonderlijk in het kohier en op het aanslagbiljet worden vermeld, afgezien van het feit of het om een of meerdere overtredingen per jaar gaat:
De overtredingen op dit reglement worden vastgesteld door de personeelsleden, aangesteld door het college van burgemeester en schepenen volgens artikel 5 van het decreet van 30 mei 2008. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel beheerder, die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten.
Het aanslagbiljet bevat verzendingsdatum en de gegevens vermeld in het kohier, evenals de verzendingsdatum, de uiterste betaaldatum, de termijn waarbinnen een bezwaarschrift kan worden ingediend, het adres en de contactgegevens van het college van burgemeester en schepenen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, dat uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.
Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelasting op de inkomsten.
De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid. Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn en overhandigd of per post verzonden worden binnen drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of van de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven.
Het indienen van een bezwaar ontslaat de belastingplichtige niet van de betaling van belasting. De belastingplichtigen kunnen de verbeteringen aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.
Onderhavig reglement houdt geen vrijstelling in van de belasting op barpersoneel of privé-clubs, indien gemengde bedrijvigheid wordt vastgesteld of gekend is op de plaats waar het rendez-voushuis wordt aangetroffen.
Deze beslissing heft het belastingreglement op rendez-voushuizen van 24-10-2017 op met ingang van 1 januari 2020.